l'inaccessible étoile
Brel - zesde stadsgedicht Man van la Mancha man van Marieke, Mathilde, Madeleine waarvoor de tendresse te groot was, waarvoor de tristesse terugkwam als het rookgordijn uit zijn jeugd, als tram 33 en het trammelant in Belgenland. Najager van dromen. Nomadenman. Vlam in de pan op de planken. Don Quichot met immense handen: instrumenten van liefde die trillend de wil verbeeldden van het groot geworden kind. Bezieler van het Vlakke Land dat een volk heeft gevormd waar de winter wit van woede kraakt en de zomer blaakt van gezondheid, van blonde haren en koren in het veld waar de wind speelt of in de populierenrijen bladert waar de zee het land dooradert.